Z-enzovoorts BV, een samenwerking tussen de Zusters Franciscanessen en Zenzo Maatschappelijk Vastgoed, sluit een intentieovereenkomst met de gemeente Meierijstad en de provincie Noord-Brabant. Partijen spreken daarin af dat ze de komende tijd samen onderzoeken hoe het kloostercomplex in het centrum van Veghel in de toekomst behouden kan blijven.
Uitgangspunt is hergebruik van behoudens waardige en monumentale gebouwen, herontwikkeling van andere gebouwdelen en gronden, aangevuld met eventuele nieuwbouw. Medio 2019 is naar verwachting duidelijk of er een haalbaar plan op tafel ligt.
Historie
In het Klooster van de Zusters Franciscanessen, naast de Lambertuskerk aan de Markt, startte in het midden van de 19e eeuw de ziekenzorg in Veghel. Dat groeide uit tot het St. Joseph ziekenhuis aan de Gasthuisstraat, dat later fuseerde met Oss tot ziekenhuis Bernhoven. Tegelijkertijd ontstond een bloeiende kloosterorde, die hulp bood op het gebied van onderwijs en zorg aan zieken en ouderen in Nederland en andere delen van de wereld. In 2019 wordt het 175-jarig bestaan van de kloosterorde gevierd.
Terugloop aantal zusters
Het aantal zusters binnen de congregatie in Nederland is de laatste jaren sterk gedaald. Daarom hebben de zusters besloten om de laatste communiteit in Nederland (Veghel) op termijn te beëindigen en zich terug te trekken in een gedeelte van het complex op het kloosterterrein. De rest van het complex komt gefaseerd beschikbaar voor andere doelen De zusters hechten eraan hiervoor een bestemming te vinden die in het verlengde ligt van hun roeping.
Transformatie-opgave
Sloop en nieuwbouw moeten in samenhang plaatsvinden met het behoud van de monumentale gebouwen (moederklooster, kapel) en de overige waardevolle elementen van het complex (bijvoorbeeld de kloostertuin en gracht). Ook moet een passende aansluiting op omliggende gebouwen en percelen (bijvoorbeeld de Lambertuskerk en bijbehorende begraafplaats, congregatiekapel) worden gecreëerd. Met deze uitgangspunten gaan de partijen in de eerste fase samen verkennen wat er mogelijk is. Daarna kijken partijen of en op welke wijze zij gezamenlijk verder willen werken aan herontwikkeling.
