De in 1994 overleden oud-Veghelaar Guus van Gorp is vrijdag alsnog geëerd als blijk van respect en waardering voor zijn inzet onder buitengewoon moeilijke omstandigheden tijdens zijn gedwongen verblijf in een jappenkamp in Nederlands-Indië.
Het postuum eerbetoon vond vrijdag 23 november in Bronbeek bij Arnhem plaats met de toekenning van het Mobilisatie-Oorlogskruis en het Ereteken voor Orde en Vrede. Bij de plechtigheid waren 27 familieleden van jong tot oud aanwezig. Oudste zoon Frans nam de onderscheidingen en de bijbehorende oorkonden in ontvangst. “Het was een respectvolle en mooie plechtigheid”, aldus Marianne Glorius, dochter van Guus van Gorp.
Birmaspoorlijn
De Oud-Veghelaar was in 1941 voor zijn werk in Nederlands-Indië toen de oorlog uitbrak. Hij kwam daar in een jappenkamp terecht. Hetzelfde lot trof zijn vrouw en twee zonen, maar dan in een ander kamp. Guus werd daar gedwongen om als aan de Birmaspoorlijn mee te werken. Na de oorlog keerde hij met zijn gezin terug naar Nederland en ging in Veghel wonen, waar hij vanaf 1953 in de Hoofdstraat een fietsenzaak runde. De laatste elf jaren van zijn leven woonde hij in Bronbeek, een tehuis voor oud-militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Daar overleed Guus van Gorp in 1994 op 83-jarige leeftijd en werd met militaire eer begraven op de begraafplaats Moscowa in Arnhem.
Tentoonstelling
Volgens Marianne Glorius tonen de leden van het Comité Ereschuld Onderscheidingen veel belangstelling voor de verhalen van de toenmalige KNIL-militairen. “Hun plan is om méér met deze overleveringen te doen, bijvoorbeeld door het in boekvorm uitbrengen van deze verhalen omdat deze verteld moeten worden. Ook wil men een speciale tentoonstelling op Bronbeek gaan inrichten. Eindelijk!”, aldus de dochter van Guus van Gorp die met broer Frans blij is dat er eindelijk erkenning is gekomen voor hun vader.
