112

Militaire politierechter houdt strafzaak militair uit Schijndel aan en verwijst naar de meervoudige militaire kamer

Foto: pixabay.com

De militaire politierechter houdt de zaak van een 48-jarige militair uit Schijndel – die er onder andere van wordt verdacht dat hij een politieagent zou hebben mishandeld –  aan en verwijst deze naar de meervoudige militaire kamer. Het is niet bekend wanneer de zaak verder gaat.

De militair zou zich tijdens een carnavalsavond op 3 maart 2019 in Den Bosch schuldig hebben gemaakt aan schennispleging, het beledigen en mishandelen van een politieagent.

Verzoeken

Om hun cliënt goed te kunnen verdedigen, hebben de advocaten een groot aantal verzoeken ingediend. Deze bestaan onder andere uit het toevoegen van een aantal stukken aan het dossier, het horen van 2 deskundigen en het inbrengen van deskundigenrapporten. De officier van justitie was het daarmee voor een deel eens. De militaire politierechter wijst de verzoeken voor een groot deel toe. De militaire politierechter heeft deze beslissingen genomen om te zorgen voor een zo compleet mogelijk dossier op het moment dat de zaak inhoudelijk wordt behandeld.

Meervoudige kamer

De advocaten van de militair hebben verder het verzoek gedaan om de zaak naar de meervoudige militaire kamer te verwijzen, zodat de zaak wordt beoordeeld door 3 rechters, waaronder een militaire rechter. Volgens de advocaten is deze zaak – zoals het zich laat aanzien – niet zo eenvoudig dat een militaire politierechter hierover alleen kan beslissen.  De officier van justitie was het daarmee niet eens.

De militaire politierechter wijst dit verzoek toch toe. De militaire politierechter vindt weliswaar dat deze zaak op zichzelf niet complex is, maar hij houdt rekening met enkele bijzondere omstandigheden, waaronder de publieke positie van de verdachte militair en de gevolgen die deze zaak voor hem kan hebben.

Militaire kamer

Een Nederlandse militair die zich – waar ook ter wereld – misdraagt, staat terecht bij de Militaire Kamer in de rechtbank Gelderland in Arnhem. Daarbij gaat het om personen die nog militair waren toen zij het strafbare feit zouden hebben gepleegd.

Bron: rechtspraak.nl

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen