112

Cassatieverzoek Veghelse verdachte in Posbankmoord gehonoreerd

Foto: pixabay.com

Het gerechtshof Den Haag heeft vrijdag 24 juli beslissingen genomen op onderzoeksverzoeken in de zaak Posbank. In een regiezitting op 23 juli jl. deden de verdediging en het openbaar ministerie verzoeken in deze zaak. De zaak gaat over een misdrijf uit 2003. De verdachten van de Posbankmoord komen uit Boekel en Veghel.

In maart 2018 zijn 2 verdachten voor het medeplegen van de moord op A. Wiegmink en opzettelijke brandstichting veroordeeld tot gevangenisstraffen voor de duur van 18 jaren. Dit was een veroordeling van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In de zaak van de verdachte R. zijn hierbij verklaringen voor het bewijs gebruikt, die hij gedurende een undercovertraject heeft afgelegd. In deze verklaringen heeft de man toegegeven samen met zijn mededader de moord te hebben gepleegd. Verdachte R. heeft tegen deze uitspraak cassatie ingesteld, omdat hij stelt dat hij die verklaringen niet in vrijheid heeft afgelegd en dat zijn bekentenis vals is. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd en heeft vervolgens bepaald dat het gerechtshof in Den Haag opnieuw onderzoek moet doen in deze zaak.

Vrijdag heeft het Haagse gerechtshof bij een tussenuitspraak bepaald op welk gebied nader onderzoek dient te worden uitgevoerd. Het gaat hierbij met name om het opnieuw uitluisteren van in eerder stadia van het onderzoek afgeluisterde telefoongesprekken, het nogmaals horen van een politioneel informant en het laten opmaken van een rapportage door een deskundige met betrekking tot de invloed die het undercovertraject mogelijk op de (betrouwbaarheid) van de verklaringen van de verdachte heeft gehad.

Het gerechtshof verwacht in het begin van 2021 met de inhoudelijke behandeling van de zaak te kunnen starten.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen