Een 47-jarige man uit Erp is veroordeeld tot het terugbetalen van 104.556 euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel, nadat was geconstateerd dat hij zich geruime tijd had bezig gehouden met handel in en productie van harddrugs. Voor een deel van deze ontneming, 37.400 euro, wordt zijn echtgenote mede aansprakelijk gesteld.
De man uit Erp is op 16 februari 2016 door het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch tot 4 jaar celstraf veroordeeld voor diverse drugsdelicten. Volgens de rechtbank Oost-Brabant is nu bewezen dat de verdachte ruim een ton euro aan voordeel heeft genoten uit deze strafbare activiteiten. Om dat bedrag te berekenen zijn de geschatte legale inkomsten van de man afgezet tegen zijn feitelijke uitgaven vanaf juni 2014 tot en met oktober 2014. De beschikbare gelden van de verdachte in die jaren waren opgeteld ruim 54.000 euro, terwijl de achterhaalde uitgaven ruim 158.000 euro bedragen. Het verschil tussen beide bedragen kan volgens de rechtbank toegeschreven worden aan het voordeel dat met illegale activiteiten is behaald.
Volgens de advocaat van de verdachte is een deel van het genoemde totaalbedrag legaal verdiend via het werk dat de man deed als personal trainer. Dit acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Dit geldt ook voor het verweer van de verdachte dat hij extra inkomsten verwierf door de verkoop van enkele personenauto’s en een bromfiets. Ook de inkomsten uit hun huwelijksfeest waren volgens de rechtbank lager dan de verdachte en zijn echtgenote claimen.
Auto’s en bruiloft
De verdachte deed in de betreffende periode een aantal grote uitgaven via de aankoop van diverse typen personenauto’s. Een van die auto’s zou ontvreemd zijn, waarna de verzekeraar 17.000 euro uitkeerde. Een andere auto zou zijn ontploft, hier wordt de betaling van de verzekeraar nog verwacht. Ook gaven de verdachte en zijn echtgenote grote bedragen uit aan een bruidsjurk en hun bruiloft. Verder werden grote hoeveelheden heroïne en cocaïne in het huis van de verdachte gevonden, ter waarde van respectievelijk ruim 36.000 euro en ruim 23.000 euro. Voor de aanschaf hiervan moet de geldbedragen moet hebben uitgegeven. Tenslotte ontving de echtgenote ruim 3 jaar lang van haar man maandelijks 1000 euro contant.
De rechtbank concludeert dat er sprake is van ruim een ton aan wederrechtelijk verkregen voordeel dat aan de verdachte ontnomen dient te worden. Het door de echtgenote ontvangen van een bedrag van in totaal ruim 37.000 euro wordt door de rechtbank beoordeeld als heling. Daarom wordt zij voor de betaling van dit bedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel medeaansprakelijk gesteld.
