[ADVERTORIAL] - Een chauffeur die meerdere keren vrij vroeg aan zijn werkgever en dit verzoek niet gehonoreerd zag worden, ging desondanks toch op vakantie. Zijn werkgever gaf de man daarop ontslag op staande voet. De kantonrechter oordeelde dat het bedrijf dit niet had mogen doen. De chauffeur heeft dan ook recht op een transitievergoeding, maar krijgt geen billijke vergoeding.
Wat speelt er in deze zaak? Al aan het begin van het jaar vraagt de chauffeur vrij aan zijn werkgever om eind april een week met vakantie te kunnen. Dat doet hij nadien nog twee keer. Zijn werkgever geeft hem echter geen vrij in deze periode in verband met seizoensdrukte. De chauffeur gaat ondanks alles toch gewoon op vakantie eind april. Als zijn werkgever dit te weten komt, geeft hij de man direct ontslag op staande voet met als redenen ongeoorloofde afwezigheid en bewuste werkweigering.
De man is het hier niet mee eens en vecht het ontslag aan. Hij vraagt de kantonrechter om een billijke vergoeding toe te kennen en zijn werkgever te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en de transitievergoeding. Volgens hem is er geen dringende reden voor het ontslag, omdat er geen sprake is geweest van bewuste werkweigering en/of ongeoorloofde afwezigheid. Seizoensdrukte is wettelijk gezien geen gewichtige reden om de vakantieaanvraag van één medewerker te weigeren. De rechter oordeelt eveneens dat in deze zaak geen sprake is van een situatie dat de vakantie van de chauffeur het bedrijf zo zou ontwrichten dat diens belang hiervoor zou moeten wijken. De verlofaanvraag van de man is dus niet rechtsgeldig geweigerd. Daardoor was hij niet ongeoorloofd afwezig en dat heeft weer tot gevolg dat het ontslag op staande voet onterecht is gegeven.
De werknemer, die inmiddels al ander werk heeft gevonden, heeft daarom recht op een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en een volledige eindafrekening. Maar de rechter kent hem geen billijke vergoeding toe. Dit komt omdat de man zijn werkgever niet van tevoren heeft laten weten dat hij, ondanks dat zijn verlofaanvraag niet werd goedgekeurd, toch op vakantie zou gaan. Hij wist dat zijn werkgever hem wilde inzetten voor een klus bij een klant. Door niets van zich te laten horen, zadelde hij zijn werkgever onnodig met een acuut probleem op. De man heeft zich volgens de kantonrechter daarmee niet als een goed werknemer gedragen.
Uit deze zaak blijkt dat werkgevers niet zomaar een vakantieaanvraag van medewerkers mogen afwijzen. Alleen een goed onderbouwde reden - bijvoorbeeld dat de continuïteit van het bedrijf ernstig in gevaar komt of contractuele verplichtingen niet kunnen worden nageleefd - volstaat. Daarnaast is het als werknemer ook verstandig om altijd te blijven communiceren met je werkgever, zelfs als een verlofaanvraag in jouw ogen onterecht wordt geweigerd. Openheid richting de werkgever, zodat die niet voor onverwachte verrassingen komt te staan, blijft altijd belangrijk.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311.